item1a1a
item1b1
item3a1
Waar
welkom5a
welkom5a1
welkom5a2
welkom5a3
welkom5a4
welkom5a5
welkom
Auteur
Bestellen
Sponsors
Doel
BLOG

zaterdag 29 december 2012

Hatelijkheid als omgangsvorm

Stel. Stel je hebt een verschrikkelijke buurman. Een man die volledig en uitsluitend opgetrokken is uit frustratie en hatelijkheid. Een man die de buurt terroriseert met geluidsoverlast, vuiligheid en bouwovertredingen. Een man die iedereen uitmaakt voor psychopaat en er warempel nog in slaagt om mensen zo hard te pesten en te kwetsen dat ze van ellende hun huis verkopen en elders in het dorp gaan wonen. Een man die zich als een vampier voedt met de ellende die hij anderen berokkent.

Iedereen heeft wel zo’n pestkop, zo’n geestelijke terrorist in zijn buurt, op school, op zijn werk, in zijn familie, ja, in zijn huwelijk. Het is verbijsterend hoezeer mensen elkaar de duvel aandoen. Een oom van mij, die zijn fortuin in de verzekeringen had gemaakt, zei altijd: ‘De ene helft van de mensen is er om de andere helft te kloten.’ Thomas Hobbes ging uit van het ‘homo homini lupus’ principe, en hij vond dat we een sterke staatsstructuur nodig hebben om het slechte in de mens te kunnen beteugelen.

Voor de slachtoffers van het pesten, kwetsen, kleineren, minachten, beschimpen, beledigen, schofferen, tergen, treiteren, is er een boek. Dat heet De kunst van het kwetsen. Hoe te overleven op het bloederige strijdtoneel van menselijke relaties, geschreven door een Nederlandse psychotherapeut, Jeffrey Wijnberg.

Wijnberg is een man die heel mercantiel met zijn vak omgaat. Hij heeft het enorme marktpotentieel, dat gecreëerd wordt door het alomtegenwoordige geestelijke terrorisme goed ingeschat en hij is vastbesloten om zoveel mogelijk consulten aan zijn klanten te verkopen. Daar moet dit boek bij helpen. De kunst van het kwetsen leest heel vlot, beschrijft heel herkenbare situaties op een geestige manier. De opsomming van de 25 pest-en-kwetstechnieken, zoals ‘Publieke vernedering’, ‘The silent treatment’, ‘Isoleren’, ‘Bezigheden verstoren’, ‘Voetveeg’, ‘Persoonlijkheid diskwalificeren’, is voorbeeldig en geeft inzicht in het pestmechaniekje. Wijnberg is goed in het schrijven van kwetsende dialogen:

‘Het is dom een zonnebril op te hebben als de zon onder is.’
‘Hé, toe nou, het was zo’n gezellige dag.’
‘Ja, precies en dan zit jij er zo belachelijk bij.’
‘Moet je nou per se de hele dag verpesten.’
‘Moet je horen wie het zegt.’
‘Wil je koste wat kost ruzie?’
‘Ruzie? Je moet gewoon normaal doen.’

Je zou echter ook willen weten waarom die dingen gebeuren, waar het conflict werkelijk ligt, hoe de machtsrelaties écht werken, welke de rol van de taal hier in is. De belangrijkste anti-terroristische maatregel bestaat er volgens Wijnberg in je verbale agressor lik op stuk te geven. Dat zou dan tot de volgende heilzame interactie moeten leiden:

‘Kun je niet eens een keer wat thee zetten zodat het ook naar thee smaakt?’
‘Pieeeeeeeeep…’
‘Wat is dit nou voor een debiele reactie?’
‘Pieeeeeeeeep…’
‘Doe eens normaal.’
‘Pieeeeeeeeeep…’

Misschien werkt dat in een curieus land als Nederland. Wijnberg heeft ook een merkwaardig mensbeeld: ‘En zeg nou zelf, sommige mensen zijn net als honden en dienen daarom met dezelfde middelen tot gehoorzaamheid te worden gebracht.’ Ik neem aan dat er in zijn wachtkamer altijd wel een pak Bonzo brokken klaar staat.

In zijn vorige boeken heeft Wijnberg zich nogal sterk gemaakt in het zogenaamde provocatieve coachen. Dat bestaat erin de klant verbaal dermate te destabiliseren en hem onderuithalen dat hij meer moeite moet doen om uit zijn ellendige situatie – die een comfortzone geworden is – te komen. Niet met hem meegaan, maar keihard tegen hem ingaan en hem een ontluisterende spiegel voor houden. Hoe dat dan moet gebeuren, dat komen we echter niet te weten. Nu, als een hamer je enige instrument is, dan wordt elk probleem natuurlijk een spijker. Provocatief coachen is dan ook de gedroomde manier om de slachtoffers van geestelijke terreurdaden te behandelen. Die therapie ziet er dan als volgt uit:

‘Ik ben de laatste tijd tot weinig in staat.’
‘Je bent een uitgeblust hoopje niks.’
‘Nou, ja, zo erg niet.’
‘Eerder een waardeloze lege huls?!’
‘Nee, ik doe gewoon mijn plicht en niets extra’s.’
‘Een soort automaat zonder ambities.’
‘Ja, tijdelijk, maar als ik weer opgeladen ben, dan ga ik er weer voor.’
‘Hmmm, klinkt als grootspraak tegen beter weten in.’

De kunst van het kwetsen is niet zonder verdienste. Het geeft inzicht, en dat inzicht op zich is al een wapen in het strijdtoneel van de menselijke interacties. Nu nog een goede strategie en een aantal bruikbare tactieken. Je hebt wel iets meer nodig dan Pieeeeeeeep om die buurman in zijn hok te drijven.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

REISVERHALEN | JAN FLAMEND
HOME